Overview of all Renault
and Saviem buses
Het
vervoer van mensen heeft bij Renault altijd centraal gestaan. Op alle mogelijke
manier worden mensen van A naar B vervoerd. Dat vervoer vindt plaats door
middel van taxi's, busjes, touringcars, lijn- en stadsbussen van o.a. Renault en
Saviem. Zo bereiken miljoenen mensen wereldwijd dagelijks hun plaats van
bestemming. In de loop der jaren hebben Renault en Saviem dan ook diverse
voertuigen gebouwd en werden vaak krachten met andere fabrikanten gebundeld om
nog betere producten te leveren. Kijk maar eens naar deze grote greep uit het
Renault en Saviem personenvervoer arsenaal.
1905-1945
Het
eerste personenvervoer in een Renault begint met de komst van de Parijse
taxi's type AG, niet veel later worden deze taxi's ook geëxporteerd naar
steden als New York. De
eerste voertuigen, geschikt voor het vervoer van meerdere personen, lopen in 1906 van de band. In dat jaar worden er in totaal
1615 voertuigen gebouwd. De eerste autobus, met de typische Renault
"eendensnavel"-motorkap, werd geleverd aan de Algemene Parijse
Autobusdienst. Hij opende de lijn Place Clichy-Saint-Germain-des-Prés. De
stadsbus uit het legendarische straatbeeld voor Parijzenaren en de
toeristen in de jaren dertig is de Renault TN 6 (oh, dat
achterbalkon ... !). Deze bus kon 50 personen vervoeren en werd pas in
1969 definitief afgedankt. Tot de 2e wereldoorlog werden er nog
diverse formaten bussen gebouwd meestal door verschillende carrosseriebouwers.
|
|
|
|
1905 type AG, Taxi Paris
|
1906 type AG1
|
1906
type ? |
1907
type XB |
|
|
|
|
1910
type ? |
1920
type GS |
1924
type NN |
1927
type PR |
|
|
|
|
1927
type PN |
1927
type PY |
1928
type PY trolley |
1931
TN4 A2 |
|
|
|
|
1933
type OSB |
1933
type SXB |
1933
type YFB |
1933
type UMB |
|
|
|
|
1933
type TIB |
1933
TN4 HP |
1933
KZ11 G7 taxi |
1934
TN4 F |
|
|
|
|
1936
TN4 |
1936 TN4 A1 |
?
type ZPD
|
1943
TN6 C2 gaz |
|
|
|
|
1943
TN6 A gaz |
|
|
|
1946-1977
Na
de 2e wereldoorlog wordt de productie van bussen weer hervat en begint bij de
215D. De meeste carrosseriën worden gemaakt door Scemia, een bedrijf waar
Renault al mee samenwerkte voor de oorlog. De concurrentie op de bussenmarkt is
heftig en Renault wordt zelfs van de koppositie verstoten en wel door Chausson.
De nieuwe trend is dat de motoren voortaan achterin geplaatst worden, maar Renault bouwt
voortaan bussen met een motor onder de vloer. Belangrijkste reden was dat de
achterzijde van de bus een lage instap voor passagiers garandeerde. In November
1955 vond er een reorganisatie in de busproductie plaats. De zware
voertuigendivisie van Renault fuseert met Latil en Somua en wordt de
L.R.S.-groep waaruit de naam SAVIEM (Société Anonyme de Véhicules Industriels et d'Equipements Mécaniques)
voortvloeit. In 1957 komt SACA bij Saviem, een samenwerkingsverband tussen Floirat en Isobloc. Kort daarop volgt de autobusfabriek Chausson, die in
1959 wordt in 1959 overgenomen door Saviem. Het merk Floirat staakte
in december 1961 de productie en verdween van het toneel maar door de
toetreding van Chausson kreeg Saviem in Annonay de
beschikking over een moderne busfabriek. Spoedig werd het nieuwe merk een
vertrouwde verschijning op de bus- en touringcarmarkt. De naam Renault
verdwijnt dus van de zwaardere voertuigen (vrachtwagens en bussen), maar blijft
bestaan op de lichtere voertuigen zoals o.a de Goelette. Populaire busjes, o.a.
in de voormalige Franse koloniën, waren de Saviem SG2 en de Super Goelette,
later opgevolgd door de Alouette en weer later door de Trafic en Master.
|
|
|
|
1946
215D |
?
R2168
|
1949
R4150 |
?
R4151
|
|
|
|
|
1949 R4190
|
1950
R4191 |
1950
R4200 |
1950
R4210 |
|
|
|
|
1950
R4230 |
1952 ?
|
1952
R4192 |
1952
R4211 |
|
|
|
|
1953 ?
|
1952
R4201 |
1952
R4231 |
1957 Saviem ZR20
|
|
|
|
|
1959 Estafette
|
1960
1960 Goelette
|
1960 Saviem SC1
|
1960
Saviem SC1 double deck |
|
|
|
|
1961 Saviem SC2
|
?
Saviem SC5
|
1963 Galion
Heuliez R2168 |
1964 SG2
|
|
|
|
|
1964 Saviem SC10
|
1964
Saviem S45 |
1964
Saviem S53 |
1964
Saviem S105 |
|
|
|
|
1969 Saviem E7
|
1975 Saviem SC10U
|
1977 Saviem S45R
|
1977 Saviem S53R
|
|
|
|
|
1977 Saviem S105R
|
|
|
|
1978-2003
Vanaf 1980 verschijnt de naam Renault
weer op alle voertuigen en heet de bedrijfswagen en bussen divisie Renault
Véhicules Industriels. Renault handhaaft de bestaande Berliet en Saviem
modellen nog geruime tijd, met zo hier en daar en faceliftje. Renault begint
direct al met de ontwikkeling van enkele nieuwe bussen. Heuliez, een grote
bus en carrosseriebouwer in Frankrijk, gaat in 1982 samenwerken met Renault.
Ze gaan gezamelijk bussen ontwikkelen en produceren. In 1983 komt de
Europese Dodge-group bij Renault. Diverse varianten van o.a. de Dodge 50
worden als Renault bus gemaakt, maar ook voor de Spaanse Dodge-Barreiros
(Renault V.I. España) komen er Renaults in de plaats die worden gebouwd door
verschillende carrosseriebouwers zoals Ugarte, Unicar, Hispano Carrocera en
Ebrocar. Vlak nadat Renault Véhicules Industriels in 1992 Renault V.I. wordt
komt in 1993 Karosa voor een gedeelte bij de bussen-divisie. De grootste
fusie dient zich aan in januari 1999, wanneer Renault en Iveco overeenkomen
de bus divisies samen te voegen. De nieuwe naam van dit bedrijf wordt
Irisbus. Renault en Iveco worden beiden voor 50% eigenaar. Ook Heuliez sluit
zich kort daarna aan bij Irisbus gevolgd door Karosa voor 51% en Ikarus (Ikarusbus).
Maar ja, net als bij de trucks en de
tractoren stoot Renault ook de bussenfabricage in 2003 definitief af. Iveco
neemt het deel aandelen over van Renault en wordt dus volledig eigenaar van
Irisbus. De eerste echte nieuwe Irisbus bussen zijn nog bij Renault
ontwikkeld, het zijn de Civis en de Chrystalis. Ze hebben een volledig ander
uiterlijk maar geven echt aan dat het Renault hoofdstuk hiermee definitief
is afgesloten, helaas. Wat nog overblijft zijn o.a de Trafic en de Master.
Alleen
de Renault Iliade en Civis varianten zitten nog in het leveringsprogramma van
Irisbus. Iveco is nu dus de enige grootaandeelhouder van Irisbus en beschikt
over veel fabrieken en ontwerp studios. De eerste echte Irisbus is de Evadys
bus.
|